rabatten
Oude Bossen Veluwe     Project in de kijker

Herstel en zichtbaar maken ontginningsgeschiedenis Eperholt

Het Eperholt is een relatief jong heideontginningsbos uit het begin van de twintigste eeuw. Het bos bevat diverse waardevolle relicten die kenmerkend zijn voor de bosaanleggeschiedenis van deze periode. De eigenaar van het bos, de gemeente Epe, wil deze relicten graag behouden en gebruiken om voorlichting te geven over de heideontginning.

De gemeente Epe werd in 1843 eigenaar van 3536 hectare heidegrond. In 1914 was hiervan door uitgifte van gronden voor ontginning door derden nog maar 540 hectare over. Een restant van deze ontginningen en perceelsverdelingen is nog steeds zichtbaar in het Eperholt. Om (tijdelijk) grenzen in het veld te markeren werden vroeger kielspitten gegraven. Deze wigvormig uitgestoken voren of greppels waren ongeveer een schep diep. In het Eperholt ligt een kielspit langs de Kamperweg. Deze kielspit ligt langs een oude ontginningsgrens die voor het eerst in 1872 op kaart verschijnt (zie ook rapport Historisch onderzoek greppel Eperholt en wal Sprengenbos). Het vermoeden bestaat dat deze kielspit de grens moest markeren tussen een de eigendommen van de gemeente Epe en de andere ontginningen. Veel kielspitten zijn in de loop der tijd verdwenen door ondiepe grondbewerking. De kielspit in het Eperholt is voor een deel nog redelijk zichtbaar, maar door verdergaande erosie en strooiselophoping dreigt ook deze kielspit langzaam te verdwijnen. In dit uitvoeringsproject wordt de kielspit daarom weer opnieuw uitgediept, zodat het oorspronkelijk profiel zichtbaar wordt. Daarnaast wordt rondom de kielspit ongewenste opslag van bomen en struiken verwijderd.

In de periode 1914-1930 heeft de gemeente een groot deel van de resterende 540 hectare heide bebost. Hierbij werd, net als bij de meeste andere heidebebossingen, een belangrijk deel van de oppervlakte bebost met grove den. Niet alle grove den werd geplant. Er werd ook gezaaid. Dit gebeurde door dennenzaad breedwerpig te verspreiden, waarna het zaad met zand werd afgedekt tegen vraat. Het zand werd gewonnen uit zogenaamde bezandingsgreppels. Deze greppels zijn nu vaak nog te herkennen als parallel lopende greppels die zes tot zeven meter van elkaar liggen. Vak 8a in het Eperholt is in 1921 aangelegd door de heide te ploegen waarna er 5 kilo grovedennenzaad is gezaaid. Dit zaad is “middels greppels graven overzand”. Verspreid over het vak werden bovendien inlandse eikels ´doorgelegd`. Tegenwoordig bestaat een groot deel van vak 8a uit eerste generatie grove den gemengd met inlandse eik. In het vak zijn bovendien nog diverse restanten van bezandingsgreppels te vinden. Hiermee is in vak 8a een deel van de bebossingsgeschiedenis van het Eperholt nog letterlijk af te lezen aan de bosopstand en greppelrestanten. De gemeente Epe wil daarom dit vak behouden, de nog restende bezandingsgreppels accentueren en middels een infopaneel voorlichting geven over de heideontginning. Een deel van de greppels zal bovendien opnieuw worden uitgediept.

Verspreid over het Eperholt komen langs boswegen diverse brede berkensingels voor. Veel van deze singels stammen uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Zij dienden niet alleen als brandstrook, maar ze zijn ook aangelegd met het oog op het ‘toenemende vreemdelingenverkeer en ter bevordering van het vogelleven’. Men wilde dus al voor de Tweede Wereldoorlog de bossen van overwegend grove den aantrekkelijker maken voor mens en dier door de aanplant van mengboomsoorten. Deze berkensingels gaan langzaam verloren. In dit uitvoeringsproject zal één singel weer zichtbaar worden gemaakt en opnieuw worden ingeplant.

Zie beschrijving uitvoeringsproject Herstel en zichtbaar maken ontginningsgeschiedenis Eperholt voor de actuele stand van zaken.

Dit project wordt gefinancierd door de Provincie Gelderland, de uitvoering is in handen van Stichting Probos.