Skip to main content

Certificeren van opsnoeien

06 juni 2013

Als u besluit om op te snoeien voor kwaliteitshout, dan hoopt u waarschijnlijk dat dit bij de verkoop van het opgesnoeide hout ook leidt tot een hogere prijs. Als u aan kunt tonen hoe en wanneer er is opgesnoeid, dan zal het makkelijker zijn om de gedane investering te gelde te maken. Hiervoor kunt u uw opgesnoeide opstanden laten certificeren.

1  WAT IS CERTIFICEREN VAN OPSNOEIEN?
2  EEN CERTIFICAAT AANVRAGEN?
3  ERKEND AUDITOR WORDEN?
4  MEEST GESTELDE VRAGEN
5  LIJST VAN ERKENDE AUDITORS

1  WAT IS CERTIFICEREN VAN OPSNOEIEN?
Als u besluit om op te snoeien voor kwaliteitshout, dan hoopt u waarschijnlijk dat dit bij de verkoop van het opgesnoeide hout ook leidt tot een hogere prijs. Als u aan kunt tonen hoe en wanneer er is opgesnoeid, dan zal het makkelijker zijn om de gedane investering te gelde te maken. Hiervoor kunt u uw opgesnoeide opstanden laten certificeren.

Waarom certificeren van opsnoeien?
Houtverwerkende bedrijven zullen alleen een hoge prijs voor opgesnoeid hout willen betalen als ze verzekerd zijn van de aangeboden kwaliteit. Anders zal er altijd een marge in de prijs ingebouwd worden om het risico van tegenvallende kwaliteit af te dekken. Hoe groter de zekerheid over de kwaliteit des te groter de bereidheid om een hoge prijs te betalen. Voor een goede financiële beloning voor uw opsnoeiwerk is het dus noodzakelijk om nauwkeurig te administreren wanneer en hoe er is opgesnoeid. Bovendien moet de toekomstige houtkoper de gegevens wel kunnen vertrouwen en moet de informatie in de toekomst gemakkelijk toegankelijk zijn; er zit een lange tijd tussen het opsnoeien en de verkoop van het opgesnoeide hout. Het beste is om uw werk te laten controleren en certificeren. Met een door Stichting Probos gegarandeerd certificaat heeft u het bewijs in handen dat er vakkundig is opgesnoeid. Zo kunt u een goede prijs voor uw kwaliteitshout bedingen.
Certificeren van opsnoeien kan gezien worden als een professioneel marketinginstrument voor uw kwaliteitshout. Een verkoper van een auto, fiets of wat dan ook, zal zijn uiterste best doen om u te wijzen op de kwaliteit van zijn product en zal proberen om dit via onafhankelijke testresultaten van bijvoorbeeld consumentenbond of Kema te onderbouwen. Met een certificaat voor uw opgesnoeide opstand doet u niet anders. Niets nieuws onder de zon, maar helaas niet gebruikelijk in de bosbouw, waardoor het opsnoeiwerk uit het verleden vaak niet het verwachte rendement oplevert.

Hoe werkt het?
Voor Europese bossen is een eenvoudig en goedkoop certificeringsysteem ontwikkeld op basis van een systeem dat in Nieuw Zeeland en Australië zeer succesvol is. Stichting Probos is de onafhankelijke certificerende organisatie. Nederland en Vlaanderen zijn de eerste gebieden in Europa waar dit systeem wordt geïntroduceerd. Het systeem is uitgetest in opstanden van grove den, douglas, lariks, populier en fijnspar bij verschillende boseigenaren. Dit heeft geleid tot een systeem dat is toegespitst op typisch Europese bossen, zowel monoculturen als enigszins gemengde opstanden. Het is de bedoeling om het systeem te introduceren in andere Europese landen, zodat het certificaat ook internationaal erkend zal worden. Er zijn momenteel certificaten beschikbaar in het Duits en het Frans. Dit betekent dat de Nederlandstalige auditors ook aan de slag kunnen in de landen waar deze talen gesproken worden. Voor een uitgebreide introductie van het systeem in deze landen zal gezocht moeten worden naar partnerorganisaties en moeten meerdere producten, zoals handleiding, folder e.d. vertaald worden.
Zodra u een bepaalde opstand opgesnoeid heeft, kunt u door een ‘erkende auditor’ bij Probos een certificaat aan laten vragen. Een erkende auditor is iemand die de Probos-cursus ‘Het meten van opgesnoeide opstanden’ heeft doorlopen. U kunt zelf auditor worden, maar u kunt de aanvraag ook uitbesteden aan een ander. De procedure die auditors volgen om een certificaat voor een opgesnoeide opstand aan te vragen is in het kort als volgt:

  • De auditor stelt het aantal plots en de plotlocaties vast. De plotlocaties worden vastgesteld op basis van een kaart van de beplanting.
  • De auditor controleert in het veld of de beplanting en het opsnoeiwerk aan de eisen voldoet.
  • De auditor meet de plotlocaties op. In totaal wordt van 10 opgesnoeide bomen de opsnoeihoogte en van 24 de DOS gemeten.
  • De meetresultaten worden door de auditor in een speciaal ontwikkeld Excel spreadsheet ingevoerd.
  • De auditor stuurt de file, de plotkaart en een overzichtskaart voor verwerking naar Probos. De overzichtskaart, met de ligging van de percelen erop aangegeven, wordt achterop het certificaat gekopieerd, zodat de gecertificeerde beplanting gemakkelijk terug te vinden is, nu en in de toekomst. Aanvragen worden alleen in behandeling genomen als het invulscherm volledig is ingevuld en de twee kaarten zijn toegevoegd.
  • Probos verwerkt de gegevens, drukt het certificaat af en stuurt het certificaat terug naar de auditor. Deze geeft het certificaat op zijn beurt aan de beheerder.
  • Probos archiveert een digitale kopie van het certificaat en van de meetgegevens en de originele kaarten. Stichting Bosdata archiveert een extra exemplaar van de digitale kopieën. Een kopie van het originele certificaat is tegen een onkostenvergoeding opvraagbaar bij Probos.
  • Probos controleert 10 tot 15% van al het meetwerk dat voor de certificering is verricht, om de betrouwbaarheid van de certificaten te waarborgen.


DOS
Voor een houtkoper is het belangrijk te weten hoeveel noestvrij hout een stam bevat. Als hij de diameter weet op het moment van opsnoeien en op het moment van de kap, dan kan hij vrij nauwkeurig de hoeveelheid noestvrij hout berekenen. Een fineerder weet dan bijvoorbeeld hoeveel meter noestvrij fineer hij ongeveer van het hout kan schillen. Daarom wordt voor het certificeren de grootste diameter over de takstobben gemeten. Dit is de zogenaamde DOS (Diameter Over Stobben). Het is een maat voor de noestige spil die ingegroeide takdelen bevat. Een goede snoei is er op gericht de DOS zo klein mogelijk te houden, want dat betekent een grotere hoeveelheid noestvrij hout. In de Nederlandse bosbouwpraktijk wordt vaak gezegd dat je moet opsnoeien als de boom een “bierviltje” dik is, oftewel bij een DOS van ongeveer 11 cm. In proefmetingen is bijvoorbeeld gebleken dat bij lariks een DOS van 13 cm mogelijk is bij één opsnoeibeurt tot 6 meter. Bij douglas zijn hiervoor meestal twee snoeibeurten nodig. Zodra de DOS meer dan 20 cm is, kan men zich afvragen of in die opstand nog wel geïnvesteerd moet worden in opsnoeien en certificeren. Want hoe later het opsnoeien plaats vindt, des te kleiner de noestvrije mantel, des te hoger de relatieve kosten van het opsnoeien per volume-eenheid noestvrij hout.


voorbeeld formulierHet certificaat
De gegevens die nodig zijn voor het opstellen van een certificaat, zoals meet-, locatie- en adresgegevens worden door de auditor doorgegeven aan Stichting Probos. Na verwerking wordt het certificaat toegestuurd aan de auditor. Stichting Probos archiveert zelf een kopie van het certificaat en de originele meetgegevens, zodat het later eventueel opgevraagd kan worden. De gegevens worden ook opgeslagen door Stichting Bosdata. Het makkelijk te bewaren certificaat vermeldt een aantal belangrijke gegevens voor de houtkoper:
Het jaar waarin opgesnoeid is

  • Het totaal aantal opgesnoeide bomen
  • De gemiddelde opsnoeihoogte van de gemeten bomen
  • De gemiddelde DOS van de gemeten bomen
  • De standaarddeviatie van de DOS

Door het certificaat heeft de toekomstige houtkoper dus het bewijs in handen dat de betreffende opstand vakkundig is opgesnoeid en hij kan vrij nauwkeurig de dikte van de noestvrije mantel berekenen door de DOS af te trekken van de uiteindelijke stamdiameter. Om de betrouwbaarheid van de certificaten te waarborgen, controleert Probos ongeveer 15% van de veldmetingen.

Draagvlak vanuit houtbedrijven
De houtverwerkende industrie heeft behoefte aan kwalitatief hoogwaardig hout en is ook best bereid om goed te betalen voor kwaliteitshout uit het Nederlandse bos. Houtverwerkende bedrijven zien dan ook graag dat boseigenaren hun bossen op de juiste manier opsnoeien en vervolgens laten certificeren. Veel houtverwerkende bedrijven hebben laten weten achter dit initiatief te staan. Maar het duurt na het opsnoeien lang voordat dit hoogwaardige hout op de markt komt. Houtverwerkende bedrijven kunnen natuurlijk geen afnamegarantie geven over zulke lange termijnen. Maar om hun interesse te tonen en om boseigenaren te stimuleren toch vooral op te snoeien en dit vervolgens te laten certificeren, hebben een groot aantal bedrijven een stimuleringsverklaring ondertekend. Er zijn ook een aantal bedrijven die hebben meebetaald aan de totstandkoming van dit initiatief, waaronder Willemsen Naaldhout b.v. uit Cuijck. Dat onderstreept het draagvlak vanuit de industrie.
^^
2  EEN CERTIFICAAT AANVRAGEN?

Alleen erkende auditors mogen een certificaat aanvragen bij Stichting Probos. U kunt zelf auditor worden, maar u kunt hiervoor ook een auditor inhuren die al het werk voor u uit kan voeren. Een erkende auditor heeft bij Stichting Probos een ééndaagse cursus doorlopen, waardoor hij uitstekend op de hoogte is van de procedures en de veldmetingen vlekkeloos uit kan voeren. Als u een certificaat aan wilt vragen zult u dus contact op moeten nemen met een erkende auditor. Hij kan u precies vertellen hoe alles in het werk gaat en kan eventueel alle werkzaamheden voor u uitvoeren. Hieronder vindt u de lijst met erkende auditors.
De kosten voor het opstellen van een certificaat zijn 59 euro (exclusief BTW). Door financiële bijdragen van enkele bedrijven en organisaties voor de opstartfase van het certificeringsysteem (zie hieronder), heeft Probos de kosten laag kunnen houden.
De kosten voor het werk van de auditor zijn niet vastgesteld. Elke auditor kan zijn eigen tarief bepalen.

          

       
^^
3  ERKEND AUDITOR WORDEN?

Indien u interesse heeft om certificaten aan te vragen voor uw eigen bossen of ingehuurd wilt worden voor dit werk, dan kunt u erkend auditor worden door de Probos-cursus ‘Het meten van opgesnoeide opstanden‘ te volgen. Dit is een ééndaagse cursus waarin u leert welke stappen u moet doorlopen bij het certificeren en hoe u de veldmeting uitvoert. De cursus bestaat uit een theoriedeel en training van de veldmeting in het bos. U krijgt een handleiding als naslagwerk. De kosten voor de cursus bedragen 500 euro. Voor meerdere personen van één organisatie voor dezelfde cursusdatum geldt een kortingsregeling. De tweede persoon krijgt 20% korting en de personen daarna 35%. Voor cursusdata kunt u contact opnemen met Stichting Probos.
^^
4  MEEST GESTELDE VRAGEN

1 “Ik snoei niet op, want het rendement is te laag!” Wat is jullie reactie op deze vaak gehoorde kreet?
Een houtkoper kan weliswaar zien dat de bomen een takvrij stamstuk bevatten, maar kan nooit ‘in’ de boom kijken waar de noesten ophouden. Hij zal dus een iets hogere prijs betalen, maar hij zal een behoorlijke marge inbouwen voor tegenvallende kwaliteit. Als beheerder moet je dus duidelijke kunnen maken hoe de boom er van ‘binnen’ uit ziet. In de huidige bosbouwpraktijk wordt echter bij de verkoop van kwaliteitshout vaak niet vermeld dat het gaat om opgesnoeid hout. De huidige bosbeheerder weet vaak niet dat er is opgesnoeid. Het is lang geleden dat er is opgesnoeid, dus de beheerder is veelal afhankelijk van zijn administratie. Maar vaak ontbreekt een goede administratie of is de administratie simpelweg niet makkelijk toegankelijk is. In veel gevallen maakt de bosbeheerder dus geen gebruik maakt van het feit dat er ooit is opgesnoeid. In zo’n situatie kun je natuurlijk ook niet verwachten dat het opsnoeiwerk financieel goed wordt beloond!! Als je een bepaald type auto verkoopt en je wijst de klant niet op de specifieke kwaliteiten van dit type, dan zul je ook minder succesvol zijn in de verkoop. Het probleem zit hem dus niet zozeer in het feit dat kwaliteitshout niet voldoende oplevert, want de houtveiling laat bijvoorbeeld zien dat er hoge prijzen worden betaald voor dit hout, maar meer in de vermarkting van het hout. Certificeren van opsnoeien zorgt er voor dat de beheerder een bewijs heeft voor de kwaliteit van zijn product, waardoor hij zijn kwaliteitshout veel beter kan vermarkten en een eerlijke prijs voor zijn kwaliteitshout af kan dwingen. Certificeren van opsnoeien zal er dus voor zorgen dat het werkelijke rendement van opsnoeien tot uitdrukking komt.

2  Hoe weet een houtkoper later dat de bomen die hij koopt inderdaad de opgesnoeide bomen zijn?
Over het algemeen worden in Nederland alleen de toekomstbomen opgesnoeid. Het is de bedoeling dat deze gezamenlijk opgroeien tot een kwaliteitsopstand en dan worden geoogst. In de praktijk zullen de meeste bomen inderdaad blijven staan, maar er zullen er wellicht een paar weggevallen en andere voor in de plaats komen.
Het beste systeem zou daarom natuurlijk zijn om een certificeringsysteem te hebben dat elke individuele boom ook op lange termijn ‘herkent’. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door een chip in elke boom te slaan of elke boom met GPS precies te lokaliseren. Er zijn dus methoden bedenkbaar voor zo’n systeem, maar zijn helaas onbetaalbaar, omdat er hoge kosten moeten worden gemaakt bij het veldwerk als bij de oogst. Niet haalbaar dus. Vandaar dat er ‘down under’ en in het Europese systeem gewerkt wordt met een systeem op opstandniveau. Dit geeft dus geen absolute zekerheid, maar een certificaat op opstandsniveau elimineert een aanzienlijk deel van de onzekerheid voor een houtkoper, zeker in combinatie met visuele controle van de bomen. Deze maximaal haalbare zekerheid zal houtkopers toch voldoende houvast geven voor een goede inschatting van de kwaliteit van het aangeboden hout om een hoge prijs te betalen.

3  Zal het certificaat in de toekomst ook in het buitenland worden geaccepteerd?
Ja. Het systeem werkt al vele jaren succesvol in Nieuw Zeeland en Australië. Nederland en Vlaanderen zijn de eerste gebieden in Europa waar het certificeringsysteem voor opgesnoeide opstanden wordt geïntroduceerd, maar het is de bedoeling dat andere landen snel volgen. Zo is er bijvoorbeeld al een Duits- en Franstalig certificaat beschikbaar. Zodra ook de andere producten in deze talen zijn vertaald en er partnerorganisaties zijn gevonden zal het systeem daar met volle snelheid worden geïntroduceerd. Zo zal het uiteindelijk een internationaal erkend systeem worden als marketinginstrument voor kwaliteitshout.

4  Hoeveel tijd kost het certificeren me?
De hoeveelheid tijd die het een beheerder kost om een opstand te laten certificeren is afhankelijk of hij/zij zelf auditor is of niet. Als de beheerder een auditor inhuurt voor het werk, zal hij alleen een beheerkaart aan de auditor moeten leveren, waarna de auditor al het werk uit kan voeren en de beheerder het certificaat krijgt via de auditor. Als de beheerder zelf het auditorwerk doet, zal het hem na enige ervaring ongeveer 1 tot 2 uur per certificaat kosten.

5  Als ik het certificaat kwijtraak, kan ik dan een nieuwe krijgen?
Stichting Probos archiveert een kopie van alle certificaten op een brandveilige plek, waardoor er altijd een kopie kan worden verstrekt (tegen administratiekosten). Als extra ‘vangnet’ wordt ook een kopie bewaart door Stichting Bosdata. Dit geeft nog meer zekerheid op de lange termijn.

6  Waar moet ik bij het opsnoeien op letten als ik de opstand wil laten certificeren?
Er zijn drie zaken waar u rekening mee moet houden. Ten eerste is het verstandig om het aantal opgesnoeide bomen te tellen, zodat u precies op het certificaat kunt laten vermelden om hoeveel bomen het gaat. Het tellen kunt u het best doen tijdens het aanwijzen van de toekomstbomen of tijdens het opsnoeien. Ten tweede moet u er voor zorgen dat de opstand vakkundig wordt opgesnoeid. Dat wil zeggen dat er geen enkel uitstekend deel in het opgesnoeide deel van de boom mogen blijven zitten. Dus geen kapstokken, kleine takjes e.d. Als dit niet het geval is kan dit tot gevolg hebben dat de opstand niet in aanmerking komt voor een certificaat of dat de opsnoeihoogte negatief wordt beïnvloed (in het geval de onvolkomenheden bovenaan het gesnoeide stamstuk zitten). Ten derde is het verstandig om zo vroeg mogelijk op te snoeien, waardoor de DOS zo laag mogelijk is. Bij de verkoop van het gecertificeerde hout zal de houtkoper heel nadrukkelijk kijken naar de DOS, omdat dit in sterke mate de hoeveelheid noestvrij hout bepaalt. Hoe lager de DOS, des te meer noestvrij hout.

7  Is het systeem wel betrouwbaar als een bosbeheerder zijn eigen opgesnoeide opstanden mag certificeren?
Ja. Ook bosbeheerders moeten de cursus ‘Het opmeten van opgesnoeide opstanden’ doorlopen om erkend auditor te worden. Zij zijn dus volledig op de hoogte van het certificeringsysteem. Om de betrouwbaarheid te waarborgen controleert Probos 10 tot 15% van alle certificaten. Dit betekent dat elk achtste certificaat gecontroleerd wordt. Fouten, al dan niet opzettelijk, worden dus al vrij snel geconstateerd. Het staat Probos ook vrij om beheerders die zelf meten vaker te controleren. Zo wordt de betrouwbaarheid van het systeem gewaarborgd.
^^
5  LIJST VAN ERKENDE AUDITORS

  • J.F. Alberts

  • E.G. Borgman

  • J.H. Bosma

  • M.M. Bouwmeester

  • I. Brinkhuis

  • R.J.A. van Eerden

  • E. Hesselink

  • J.M. den Hoedt

  • M.H. Hullegie

  • M.W.A. de Meijer

  • T.P. Scholten

  • J. Spek

  • E.P..J.M. van der Staak

  • J.A. Tempel

  • E.A.H. Thomassen

  • S.W.J. Verhagen

  • F.H.M. Verhoeven

  • B.W.A Visschedijk

  • A.P.A. Vos

  • R.P. Vriens

  • M. Zekic

Resultaten

verslag:
brochure: